De huisboktor

Algemeen:
De huisboktor heeft zich gedurende de laatste decennia in ons land ontwikkeld tot één van de schadelijkste hout vernielende insecten. De larven van deze kever, die meerdere jaren in het hout leven, tasten vooral het hout van schuren en huizen aan, in het bijzonder het dakbeschot en de dikke steunbalken van de daken. De schade kan soms zodanig zijn, dat de draag- kracht van het aangetaste hout aanzienlijk vermindert.

Uiterlijk en leefwijze:
De kevers verschijnen doorgaans van mei tot augustus en zijn 8-25 mm lang, waarbij het mannetje duidelijk kleiner is dan het vrouwtje. Ze zijn grijs tot zwart, ook wel donkerbruin van kleur. Op elke voorvleugel (dekschild) is een grijze vlek aanwezig, terwijl op het halsschild twee donkere plekken voorkomen, die wel lijken op ogen. De kevers hebben lange draadvormige naar achteren gebogen antennes. Kort na de paring legt het vrouwtje 140 tot 200 eieren in naden en spleten van het hout of in oude gangen nabij de uitvliegopeningen. De larven, die na enige tijd uitkomen, boren zich in het hout en houden zich in het begin dicht onder de oppervlakte op; naarmate ze ouder worden, gaan ze dieper het hout in. In de winter houden ze zich in onverwarmde ruimten stil in hun gangen en vreten niet of nauwelijks. Vooral in de zomer kan men ze horen knagen. De larven zijn cilindrisch van vorm en vaalwit van kleur. De kop is klein; de kaken zijn echter goed ontwikkeld. De groeven tussen de segmenten, waarin het lichaam verdeeld is, zijn diep. De maximale lengte van de larve bedraagt 24 mm en de maximale breedte 7,5 mm. De verpopping geschiedt in het voorjaar. De larve maakt hiervoor een verpoppingsholte in het hout. In de regel wordt ook de toekomstige uitgang naar buiten reeds voor de verpopping uitgeknaagd. Er blijft slechts een zeer dun laagje hout aanwezig, waarna de kever later de uitvliegopening uitknaagt.

Schade:
Vaak worden dakconstructies aangetast, waarbij zelfs dikke balken in een aantal jaren nagenoeg geheel worden verpulverd. De huisboktor tast uitsluitend naaldhout aan. Bij grenen en larikshout wordt bij voorkeur het spinthout aangetast, doch bij vurenhout ook het kernhout. Het houtoppervlak is vaak rimpelig door de druk uit de boorgangen op het dunne fineerlaagje, dat nog intact is gebleven. De boorgangen zijn aanvankelijk recht, daarna kronkelend en tot ± 7,5 mm breed. Het boormeel ziet men vaak als cilindrische deeltjes. Bij een actieve booraantasting komt dit boormeel uit de gangen en gaten omlaag.

Ontwikkeling:
Het grootste deel van de levenscyclus wordt ingenomen door het larvale stadium. Meestal duurt dit stadium 3-6 jaar. De eieren ontwikkelen zich in vergelijking met het larvale stadium zeer snel, nl. in 5-10 dagen. Het popstadium duurt 11-22 dagen. Daarna blijft de volwassen kever nog enkele dagen in het hout om de huid te laten uitharden en vervolgens knaagt de kever zich naar buiten. Hij laat daarbij een ovale uitvliegopening achter, ca. 6 mm in de lang en 3 mm. breed. De totale ontwikkelingsduur bedraagt 3-7 jaar.

Vaststellen van de aantasting:
Wanneer men vermoedt dat hout is aangetast door larven van de huisboktor, dient men o.m. op het volgende te letten:

  • Bij warm zonnig weer kan men grotere larven in het hout horen knagen;
  • Na verloop van tijd kan men ovale uitvliegopeningen aantreffen;
  • Als men met b.v. een priem, beitel of schroevendraaier in aangetast hout prikt, kan men gemakkelijk de gangen blootleggen, die de larven vlak onder het oppervlak van het hout hebben “uitgeknaagd”. De gangen zijn gevuld met boormeel (vermalen houtpartikeltjes).

Bestrijding:
Alvorens met een bestrijdingsmiddel het hout te behandelen, dienen de boorgangen te worden opengelegd en moet het boormeel, b.v. met een stofzuiger zoveel mogelijk worden verwijderd. Ten aanzien van ernstig aangetaste houten balken, waarvan de draagkracht aanzienlijk is verminderd, kan worden overwogen of zij dienen te worden vervangen. Het heeft geen zin geverfd hout te behandelen; de aangebrachte verf-, beits- of waslagen dienen daarom eerst met een krabber of staalborstel te worden verwijderd. Tijdens de toepassing en voordat een behandelde ruimte weer in gebruik wordt genomen, grondig ventileren. Daarna nog gedurende 48 uur niet langdurig in behandelde ruimten verblijven. Er dient steeds de nodige voorzichtigheid in acht te worden genomen. Onder geen voorwaarde mag de vloeistof met voedingsmiddelen in contact komen. Ook moet bij een bespuiting de damp niet worden ingeademd. Let op voor brandgevaar!